Een standaard dobbelsteenset heeft zeven dobbelstenen. Iedereen heeft zijn favorieten, maar dit is de definitieve lijst waar niet om getwist kan worden. Dan weten jullie eindelijk welke dobbelsteen nou het beste is.
De slechtste dobbelsteen: D4
Je bent het sipst als je een D4 aan schade aanricht. Maar dat is niet eerlijk. Ik ga een dobbelsteen niet er op afrekenen dat het nou eenmaal de kleinste van de set is.
Waar ik de D4 wel op af ga rekenen is de vorm. Het rolt voor geen meter. In plaats daarvan landt een D4 gewoon, met misschien nog een stuiter of twee. Het is een teleurstellende anticlimax van jewelste. In sommige dice towers werkt het niet eens. En met de punt naar boven is het ook bijzonder ongemakkelijk om op te stappen. Deze dobbelsteen is in essentie een caltrop voor bordspelninja’s.
Daarnaast is het de enige dobbelsteen die niet met een gezicht naar boven staat. Bij de rest lees je gewoon wat er naar de hemel gericht staat en weet je wat je gerold hebt. Bij de D4 zijn er twee verschillende soorten methodes. Bij sommigen staat het onderaan bij de ‘voet’, bij anderen bovenaan bij de punt. Deze inconsistentie kan verwarring brengen bij wat simpel leeswerk moet zijn.
#6: D100
De D100 of percentile, die heeft een aantal problemen. Het eerste is dat het op zichzelf niet werkt. Dan is het gewoon een wat onhandigere versie van een D10. En die staat niet veel hoger!
Dan heb je nog het lezen. Als je 00 rolt en 1-9 op de D10, dan heb je een nummer onder de tien. Maar als je 00 rolt en 0 op de D10, dan is het ineens honderd. Elke keer dat dit gebeurt, moet het weer opnieuw uitgelegd worden.
De gelijkenis met de D10 zorgt er ook nog eens voor dat je met regelmaat de verkeerde pakt. Zeker als je meer dan een enkel setje hebt. Dan moet je even goed kijken welke dobbelstenen je nou aan het rollen bent. Want als je dat niet deed, is je rol opeens ongeldig.
#5: D10
De D10 staat deels op deze plek om dezelfde redenen als de D100. Je verwart ze gemakkelijk en krijgt dan rare worpen. Niet dat je niet gewoon het nummer door tien kan delen om hetzelfde resultaat te krijgen. Tenzij je dus die percentile nodig had.
Een probleem dat ik net niet opnoemde (omdat ik het hiervoor wilde bewaren), is de twee gezichten. De D10 is namelijk een beetje gevormd als een dikke munt, met twee distinctieve kanten. Hierdoor rolt de dobbelsteen niet zo lekker.
Vaak zitten alle hoge cijfers aan één kant en alle lage aan de andere. Dit maakt voor de leken niet zoveel uit, maar het betekent dat het erg gemakkelijk is om vals te spelen. Je kan misschien niet richten op een specifiek nummer, maar met minimaal oefenen kan je er wel voor zorgen dat het op een specifiek gezicht landt. Dan gaat het alleen nog maar van 6-10. Bah!
#4: D8
De D8 is de eerste dobbelsteen waar ik me wel in kan vinden. Het is misschien niet de mooiste of de leukste op de lijst, maar het werkt. En dat is belangrijk.
Er zijn ook rollenspellen die expliciet gebruik maken van deze steen, zoals Vampire: The Masquerade. Dit zorgt ervoor dat een D8 aanzienlijk meer gebruikt wordt.
Ook kan je het gebruiken als een vervanger voor de D4 door je resultaten door twee te delen of om te bepalen welke willekeurige richting iets op gaat. In DnD mag je namelijk schuin, dus dat maakt acht richtingen.
#3: D6
De zeszijdige dobbelsteen is een klassieker. De D20 staat natuurlijk het meest bekend onder de RPG’ers en Magic’ers, maar daarbuiten wordt de zeszijdige dobbelsteen het meest gezien. Als iemand ‘dobbelsteen’ zegt is de kans groot dat die een D6 bedoelt. We noemen het ook wel een duivelseitje.
De voornaamste reden dat de D6 zo laag staat, is omdat ik vooral houd van een specifiek soort. Het soort dat eigenlijk niet standaard in setjes wordt geleverd. Ze komen namelijk meestal met scherpe hoeken en nummers op de gezichten. Maar ik houd veel meer van geronde hoeken en pipjes. De pipjes zien er zoveel eleganter uit, zeker als het zo’n fijne, houten dobbelsteen is.
En met geronde hoeken rolt die D6 zoveel lekkerder. De tijd dat ze in beweging zijn is bijna perfect. Dát is wat ik wil zien en horen. Ook is de D6 de simpelste van al deze stenen. En dat heeft ook wel wat.
#2: D20
Ondertussen is het moeilijk te zeggen welke van de twee dobbelstenen tegenwoordig bekender is. De D20 of de D6. Over het algemeen worden duivelseitjes het meest gebruikt voor bordspellen, maar veel mensen zijn meer bekend met scènes uit Stranger Things of Community dan een goed bordspel. En zij gebruiken een D20 voor Dungeons and Dragons.
De D20 heeft de kleinste zijden van allemaal. Dat betekent dat ze lekker rollen. Soms zelfs een tikkeltje té lang. Daarom staat het niet op nummer één. Maar als ze goed rollen, dan doen ze het ook echt goed.
Ik waardeer ook hoe de D20 is opgebouwd uit allemaal kleine driehoekjes. Het heeft iets esthetisch, op een ietwat moderne manier. Futuristisch, bijna. Terwijl het verre van een nieuw ding is.
De beste dobbelsteen: D12
Als je hebt opgelet, wist je al dat dit de ultieme winnaar is. Maar waarom is dat nou? Het komt voornamelijk door de grotere, vijfhoekige vlakken. Daardoor ligt de D12 namelijk uitstekend in de hand en rolt het perfect. Nog beter dan die D20 van net.
Ook zijn de nummers op de D12 makkelijker te lezen dan die van alle andere. En dat is soms best fijn! We worden allemaal oud, waardoor we ook allemaal steeds kippiger worden. Voor nu kan ik alles nog lezen, maar is dat over tien, twintig jaar nog steeds zo? Ik hoop het wel. Maar zo niet, dan heb ik altijd nog mijn D12.
De D12 is niet helemaal zonder minpunten. De vijfhoeken zorgen ervoor dat het eruit ziet als een lelijkere versie van de D20. Het helpt ook niet dat ze ongeveer even groot zijn, waardoor je in je haast soms net even de verkeerde pakt. Maar rollen doet deze als geen ander en ik heb besloten dat dát de belangrijkste factor is.
Kortom
Dit is mijn definitieve ranglijst van dobbelstenen. Ben je het niet met mij eens? Dan heb je het fout! Maar voel je vrij om je argumenten in de comments te laten. Je hoeft niet op D4’en te lopen.
Geef een reactie