Een maandje of drie geleden ben ik gestopt bij mijn voormalige werknemer. Omdat we een hecht teampje waren kreeg ik van mijn collega’s Fit to Print cadeau. Uiteraard ging ik daar meteen mee aan de slag, wat betekent dat ik ook weer mijn tijd heb genomen om een review te maken voor jullie!
Wat is Fit to Print?
Dat is altijd de hamvraag voor een journalist als ik. Maar als we het over het spel hebben, dan is het een hele andere vraag. In Fit to Print zijn de spelers allemaal journalisten die hals over kop proberen hun krant klaar voor de drukkerij te hebben voor de tijd voorbij is. Na het weekend gaat de beste krant als winnaar naar huis, waarschijnlijk met een Pulitzer in de hand. De spelers zijn trouwens niet alleen journalisten, jullie zijn ook fabeldieren. Je maakt dus letterlijk een fabeltjeskrant!
Maar pas wel op, want zelfs de beste kranten worstelen om centen te verdienen. Daarom moet je erop letten dat je genoeg reclame maakt in jouw blad. Heb jij het minste geld opgeleverd, dan maakt het niet uit hoe goed je krantje is. In plaats van een Pulitzer ontvang je een geel slipje. Nieuwe banen zoeken in deze economie is best een uitdaging, dus dat wil je vermijden!
Om dit allemaal voor elkaar te krijgen grabbel je paniekerig naar een centrale stapel tegels. Hopelijk vind je wat je zoekt, want de timer tikt genadeloos door. Als je eenmaal denkt alles voor elkaar te hebben mag je ze op je krantje plaatsen. Alles wat je niet kwijt kan levert minpunten op, dus weet wanneer je moet stoppen.
Houd jij van stressvolle dexerityspellen met een genadeloze timer? Vind je het leuk als je tegenstanders hun eigen plannen verpesten door paniek? Kan jij je wel vinden in een goed geplaatste (fabel)dierengrap op zijn tijd? Dan is deze review voor jou.
Een journalist zijn is gemakkelijk
De regels van Fit to Print zijn niet ingewikkeld. Het spel wordt gespeeld in drie rondes: vrijdag, zaterdag en zondag. Deze rondes zijn hetzelfde, met twee uitzonderingen. Op vrijdag krijg je een centerpiece aangewezen. Op zaterdag en zondag mogen jullie kiezen uit een selectie, waarbij de speler die hun krant als eerste af heeft de eerste keuze heeft. Het andere verschil, is dat de krant elke dag net weer iets groter is.
Elke speler kiest aan het begin een krant en een journalist om te representeren. Het enige verschil in de kranten is de naam, maar de journalist heeft een persoonlijke kracht. In de meeste gevallen is het een regel die je mag negeren of verbuigen. Als iedereen dan ook een centerpiece en bureau heeft, dan is het spel klaar om te beginnen.
Aan het begin van elke ronde wordt er een timer van twee minuten gezet. Zodra die begint mag iedereen beginnen met grabbelen naar tegels in het midden. Als je er eentje vast hebt, dan moet je een keuze maken. Leg je het op je bureau, of leg je het open weer terug in het midden? Eenmaal op je bureau geplaatst mag het niet meer terug, dus dan moet het uiteindelijk je krant op. Alles dat je niet kwijt (wil) levert aan het einde van de ronde minpunten op. Dus overweeg je opties goed.
Als je eenmaal klaar bent voor de volgende fase roep je: “Layout!”Nu moet je je krant in gaan delen. Alles moet hetzelfde georiënteerd zijn, en je centerpiece moet de ster bedekken. Verder mogen artikelen met hetzelfde thema (aangegeven met een kleur en een symbool) elkaar niet raken. Ook foto’s mogen niet naast elkaar, en hetzelfde geldt voor reclames. Als je tevreden bent met je krant, dan roep je: “Print!”, waarna je er niet meer aan mag komen. Claim het klokje met het laagste nummer, die bepaalt als hoeveelste jij zo een centerpiece mag kiezen voor de volgende ronde.
Een journalist zijn is moeilijk
Dit klinkt allemaal erg simpel. Eigenlijk is het dat ook wel. Maar met die timer zijn het precies genoeg regels om ervoor te zorgen dat jij er een of twee vergeet. Bovendien heb je nu een krant, maar heb je ook een goede krant?
Je centerpiece levert bonuspunten op, maar daar moet je wel bepaalde, redactionele keuzes voor maken. Ook krijg je bonuspunten van foto’s voor elk aangrenzend artikel met bijpassende thema’s. Dan heb je de artikelen zelf, die zijn gemakkelijk. De puntenwaarde staat er gewoon op gedrukt. Maar je moet wel letten op je balans tussen goed en slecht nieuws. Want als je een perfecte balans hebt krijg je bonuspunten. Vervolgens verlies je punten voor je grootste ongevulde ruimte, dus die wil je ook slim opsplitsen. En alles dat achterblijft op je bureau is ook minpunten waard.
Er is een hoop dat mis kan gaan. Daarom kijken spelers tussen rondes in bij elkaar of alles wel helemaal volgens de regels is verlopen. Kloppen er dingen niet met jouw krant, dan moet je tegels omdraaien tot er geen conflicten meer zijn. De ruimtes blijven gevuld, dus je witruimte wordt niet groter. Maar het kost je waarschijnlijk wel een hoop punten, want omgekeerd zijn de tegels zijn geen punten waard. Bovendien had je waarschijnlijk voorzichtig artikelen geselecteerd voor je balans, dus die klopt waarschijnlijk ook niet meer.
Het is verrassend hoeveel schade een timer uit kan richten. Ik heb praktisch het hele spel uitgelegd in deze twee alinea’s. Toch zal het je verbazen hoeveel fouten er gemaakt worden. Natuurlijk gaat het beter als je het spel vaker speelt, maar zeker de eerste paar potjes is het chaos. En die chaos, die is erg lekker. Je probeert de beste krant te maken, en dan wil je liefst ook nog eens de snelste zijn. Maar zodra je naar de volgende fase gaat mag je niet meer terug. Dan staar je enkel nog naar de fouten die je niet zag tot het moment dat je “Print!” riep. Heerlijk. Het nakijken is eigenlijk de kers op de taart, want elkaar nakken op foutjes brengt een sadistische vreugde naar boven.
Als je het spel eenmaal te goed leert kennen, kun je nog extra roet in het eten gooien met de evenementen. Die zorgen voor precies genoeg afwisseling om de boel, zelfs na veel spelen, boeiend te houden. Hierdoor blijft Fit to Print leuk, zelfs als je het al aardig wat gespeeld hebt.
Een puntje voor de puntentelling
Zoals dat vaak gaat met spellen, verliest Fit to Print wel een deel van die speelplezier bij de puntentelling. Als er een kladblokje in de spellendoos zit, dan gaat er bij mij al wat kriebelen.
Nu is het in dit specifieke geval niet een totale ramp. De nummers bij elkaar optellen is nooit leuk, maar op zichzelf is het geen grote uitdaging. Er zit zelfs een beetje spanning in, want als je bijvoorbeeld hoort dat je tegenstanders meer witruimte hebben dan jij, krijg je nog wat bonuspunten. Toch is het nog wel een drempel die de vaart weer flink vermindert. Ik zou niet weten hoe het anders moet, maar ik blijf het toch opnoemen.
Je hebt ook nog de reclames, die een eigen telling hebben. Het geld doet helemaal niets met je punten, maar als je na de drie dagen als enige het minste geld hebt, dan word je ontslagen. Je zou denken dat ik me hieraan zou storen, maar ik vond het eigenlijk juist wel leuk. Als gevolg lette ik bij elke puntentelling goed op, want dan wist ik weer wat de huidige stand van zaken is. Er is geen bonus voor het meeste geld, dus het doel is eigenlijk een na laatste zijn.
Het mooie is ook dat het altijd een beetje een gok blijft. Tijdens het grabbelen heb je namelijk gegarandeerd geen tijd om bij iedereen precies in de gaten te houden hoeveel reclames iedereen opraapt. Zelfs als je dat wel doet, heb je niet de tijd om uit te vogelen of ze het wel allemaal kwijt kunnen. Dus maak je grofweg een inschatting van hoeveel je nodig hebt om boven water te blijven. Als je dat net verkeerd hebt ingeschat, dan is dat een beetje jammer. Maar eigenlijk is dat juist ook wel weer grappig.
Een esthetisch krantje
Laten we het ook nog even over het uiterlijk van Fit to Print hebben. De bureau’s zijn zonder twijfel de showstoppers. Eenmaal in elkaar gezet zien ze er bijzonder leuk uit. Er zitten een hoop kleine, geinige detailtjes op verborgen, dus het is leuk om ze te bestuderen. Bovendien zijn ze allemaal uniek, wat het spel wat extra charme geeft.
Maar ondanks de krantgrijze kleuren, mag de rest van het spel er eigenlijk ook best wezen. De verschillende kleuren van de thema’s geven net dat beetje afwisseling dat je nodig had, en de foto’s hebben een zekere charme. Daarnaast zijn de titels allemaal simpele grapjes die met regelmaat een glimlach in mij naar boven brachten. Deze titels lees je waarschijnlijk pas als je klaar bent met leggen, wat betekent dat je mooi even de tijd hebt om je te vermaken terwijl je wacht op de rest.
Bovendien is het functioneel. De tegels zijn aan de achterkrant bedrukt met scribbels, alsof het tekst is van heel ver weg. Een leuk detail, denk je in eerste instantie. Dan bedenk je je dat die scribbels jou vertellen hoe de tegel georiënteerd is, zodat je weet hoe het gevormd is voor je het omdraait! Met die genadeloze timer is dat een erg welkome genade.
Daar komt nog eens bovenop dat er rekening is gehouden met kleurenblindheid. Tenzij je helemaal geen kleuren kan onderscheiden, kan je het verschil zien tussen roze, blauw en groen. Zie je enkel in zwart-wit, dan heb je nog de symbolen op de artikelen en foto’s. Die hadden misschien een tikkeltje duidelijker gekund. Maar als dat het enige is, dan ben ik dik tevreden over de vormgeving.
Conclusie
Ik heb mij bijzonder goed kunnen vermaken met Fit to Print. De stress van een timer is iets dat ik eigenlijk wel kan waarderen, en de vormgeving is verrassend goed. Wel verliest het wel mijn aandacht wat bij de puntentelling. Maar zelfs dat valt wel mee. Waarschijnlijk is het nu mijn favoriete dexterityspel in mijn spellenkast. Al zou je dat zo niet zeggen, want The Fuzzies kreeg een hoger cijfer. Zo zie je maar weer dat er ook persoonlijke smaak bij komt kijken.
Oordeel: 8,5
Voordelen
- Timerstress is altijd leuk
- Sadistisch plezier bij het nakijken van je tegenstanders
- Precies genoeg complexiteit
- Verrassend leuke vormgeving
Nadelen
- Iconen konden misschien iets duidelijker
- Kladblok voor puntentelling is nooit leuk
Geef een reactie