Mijn gemodificeerde versie van Patchwork met echte knopen als currency, gesorteerd op waarde.

Patchwork review – mijn favoriete spel

Een lappendeken

In Patchwork maak je, de naam zegt het al, een patchwork. In het Nederlands is dat een lappendeken. Maar je tegenstander zit tegenover je, naald en draad in de hand, en doet hetzelfde. Een lappendeken maken is misschien niet zo moeilijk, maar de beste lappendeken maken is een heel ander verhaal.

Dus grabbelen jullie haastig naar de stofresten op tafel en naaien de boel zo goed en snel mogelijk aan elkaar. Dit doe je door elke beurt een lap op tafel te selecteren, de bijbehorende knopen te betalen en de lap ergens op je deken te plaatsen. Maar pas wel op, want lappen kosten naast knopen ook tijd. De persoon die de minste tijd heeft gespendeerd is aan de beurt.

Dus wees zuinig met je tijd en knopen, maar probeer ook zoveel mogelijk stof te plaatsen. En let ook op je ruimte, want lapjes worden steeds moeilijker te plaatsen. Zo vormt Patchwork een intrigerende puzzel die elk potje anders is.

De doos van Patchwork, gesloten en licht gekanteld. Deze editie is uitgegeven door 999 Games.

Het perfecte, saaie thema

Een reden dat Patchwork toch vaak in de spellenwinkels achtergelaten wordt is het thema. Een lappendeken maken klinkt niet echt spannend. Dat snap ik helemaal. Maar het past ook perfect bij het spel.

Het thema werkt namelijk erg goed met de mechanieken. Een lappendeken is gemaakt van de stukken stof die je toevallig bij de hand hebt. En dat is precies wat je doet in het spel. Je bent constant je plan aan het aanpassen en improviseren, afhankelijk van wat er beschikbaar is en wat je tegenstander aan het doen is. Eenmaal op je deken gelegd ligt een lap vast, want hij wordt op zijn plek bevestigd met naald en draad.

Munten vervangen met knopen maakt Patchwork erg schattig. Het enige wat ik nog zou verbeteren is de spelerstokens. Waarom zijn dat niet vingerhoeden? Die stapelen bovendien ook beter, iets wat handig is met het tijdsmechaniek. Maar daarover straks meer.

De knopen die ik gebruik als geld in Patchwork. Er zijn verschillende formaten, materialen en patronen.

Drie dimensies

Een deken mag dan wel plat zijn, maar Patchwork wordt gespeeld in drie dimensies. Dat wil zeggen, er zijn drie gebieden waar je op moet letten. Vier, als je het dekentje van je tegenstander meerekent. En dat zal wel moeten als je wil winnen.

De eerste dimensie is je dekentje. Het is een 9×9 bord dat in eerste instantie helemaal leeg is. Als je een lap koopt moet je die direct hierop aanbrengen. Lappen mogen niet overlappen of van de zijkanten hangen. Aan het begin is dit erg gemakkelijk, maar naarmate je dekentje voller raakt zul je hier steeds meer mee worstelen.

De tweede dimensie is het centrale bord. Dit is een 8×8, maar deze is niet leeg. De twee spelerstokens staan hierop. Elke keer dat je een lap koopt, loop je vooruit gelijk aan de hoeveelheid tijd die op het lapje staat. Als je over een knoop stapt, ontvang je knopen gelijk aan de hoeveelheid knopen die op de lappen op je deken zijn afgebeeld. En als je over een 1×1 lapje stapt mag je dat gratis op je dekentje bevestigen. De persoon die achteraan het spoor staat is aan de beurt.

De derde dimensie is de ring van lapjes om het centrale bord heen. Deze bestaat in eerste instantie uit alle lappen die gekocht kunnen worden en een pion. Het begint net voorbij het enige 2×1 lapje. Als je een lap wil kopen in jouw beurt mag je kiezen uit de eerste drie lappen naast de pion, met de klok mee. Vervolgens verplaats je de pion naar de plek waar dat lapje lag. Dat betekent dat je met elke keuze de toekomstige opties van je tegenstander en jezelf verandert.

De startopstelling van Patchwork. Groen staat bovenop, dus die mag beginnen. Ik was alleen vergeten beide spelers vijf knopen te geven aan het begin.

Een platte 3D puzzel

Hiermee zijn bijna alle regels uitgelegd, dus ik zal de rest ook meteen even doen. Je begint met vijf knopen. Als je niets wil of kan kopen mag je passen. Dan plaats je jouw pion over die van je tegenstander en krijg je een knoop voor elk vakje dat je hebt gelopen. Aan het einde van het spel is elke knoop een punt waard. De eerste die een 7×7 gebied volledig weet te vullen op hun dekentje krijgt bovendien zeven bonuspunten. En elk leeg vakje op je dekentje is twee minpunten. Wie de meeste punten heeft wint.

Dit alles maakt Patchwork een platte 3D puzzel. De regels zijn niet moeilijk en er zijn geen verborgen of willekeurige factoren naast wie het potje begint en hoe de lappen aan het begin van het spel liggen. Dit betekent dat je aardig vooruit kan plannen. En de manier waarop de pion op de lappenring verplaatst wordt, zorgt er tegelijkertijd voor dat je je plan steeds aan moet passen. Want wat jij kan is afhankelijk van wat je tegenstander doet.

En deze puzzel is fantastisch. De drie dimensies geven je genoeg om over na te denken zonder je helemaal te overweldigen. Je kan flink doordenken en je tegenstander behoorlijk te slim af zijn, maar als je je vooral richt op je eigen bord is er nog steeds een leuke, Tetris-achtige puzzel die je zo efficiënt mogelijk probeert op te lossen.

Een potje patchwork nadat de pion een heel rondje heeft gelopen. Groen begint flink achter te lopen, maar kan misschien nog terug komen.

A stitch in time

De manier waarop de dimensies interactie hebben met elkaar is erg bijzonder. En dan vooral de stofring en het centrale bord. Je bent misschien geneigd om te denken dat het altijd beter is om zo min mogelijk tijd te spenderen, maar soms is dat niet waar. Er zijn doelen op het centrale bord waar je wel even overheen moet stappen.

Je moet er goed op letten dat je genoeg knopen hebt voor je volgende beurt, wat ervoor zorgt dat je soms wel over de knoop op het centrale bord moet stappen. Ook heb je de 1×1 lapjes die je wel wil claimen, want alleen de eerste speler die er overheen stapt krijgt het. Dus moet je soms juist meer tijd uitgeven om ervoor te zorgen dat je krijgt wat je wil hebben.

Dan ontdek je hoe je kan puzzelen met de stofring. De manier waarop de pion verplaatst wordt kan hinderlijk zijn, maar het kan ook in jouw voordeel werken. Als deze mechaniek klikt gaat er plots een nieuwe wereld voor je open.

Het tijdbord na een paar beurten. Geel is net over een knop gestapt terwijl groen er net voor staat. Er is een enkel lapje verzameld.

Geen genade

Als je veel spellen voor twee spelers hebt gespeeld weet je waarschijnlijk al dat dit soort spellen gemeen zijn. Als jij punten scoort, loopt je tegenstander punt mis, dus moedigt het spel je aan om je tegenstander zoveel tegen te werken.

Dit is even goed waar in Patchwork. Je wil je tegenstander voor zijn voor de 1×1 lapjes, maar je kan vooral ook naar zijn met de lappen op de stofring. Aan het begin van het spel wil je vooral lappen met knopen erop, zodat je een inkomen hebt. In het midden wil je lappen die veel vakken bedekken, zodat je punten scoort. En aan het einde zoek je lapjes die passen op je ondertussen best onhandige deken. Ondertussen worden je opties nog verder ingeperkt door de knopen die je op dat moment hebt.

Maar wat je tegenstander mag kopen is volledig afhankelijk van wat jij net hebt gedaan. Een slimme speler weet de boel daarom zo te manipuleren dat je tegenstander geen goede opties heeft. Of dat de enige goede optie leidt naar iets dat nog beter is voor jou. Je slaat toe vanuit de schaduwen en drijft je tegenstander in een hoekje. Patchwork kent geen genade.

Het deken van geel na een aantal beurten. Het komt in de buurt van de 7x7 bonus, maar dan moet geel wel een lapje moeten verzamelen van het tijdbord.

Een negatief gevoel

In de genadeloosheid ligt wel Patchworks grootste nadeel: de puntentelling. Niet in dat het niet werkt als een spel, maar dat het nieuwe spelers flink af kan schrikken. Het is namelijk goed mogelijk om met een negatief puntental te eindigen.

Elk onbedekt vakje op je deken is twee minpunten waard. En hoewel je aan het begin misschien denkt dat je alles gemakkelijk kwijt kan, kom je richting het einde wel goed vast te liggen. Die twee minpunten kunnen flink aantikken. Als jij slechte keuzes hebt gemaakt en als je tegenstander je goed heeft zitten hinderen, is de kans dat je geen punten hebt best groot. En als je met min tien punten zit na het eerste potje snap ik het als je daarna het spel niet meer oppakt.

Als jij als bezitter en liefhebber van Patchwork hier tegenaan bent gelopen, raad ik daarom ook aan om het eerste potje altijd vooral te focussen op wat je tegenstander aan het doen is. Geef ze wat hints en ga minder hard op het klemzetten. Je hoeft niet te bewijzen dat je beter bent, jij hebt het spel eerder gespeeld. Laat ze eerst zien waarom Patchwork leuk is voor je ze de grond in drukt. Dit geldt overigens ook voor andere spellen, maar als je met negatieve punten kan eindigen nog meer. Als je eenmaal hebt ingeschat dat ze positief gaan eindigen mag je weer vol gas geven.

Conclusie

Patchwork is een fantastische puzzel met een verrassende, strategische diepgang. Ook heeft het een leuke vormgeving die goed samenwerkt met de mechanieken. De puntentelling aan het einde kan spelers flink afschrikken, maar als je negatieve punten in iemands eerste potje kan vermijden blijft het spel hangen.

Oordeel: 9,0

Voordelen

  • Simpele regels
  • Leuke puzzel
  • Veel interactie
  • Goede vormgeving

Nadelen

  • Heftige puntentelling voor een eerste potje
  • Geen vingerhoedjes?

Reacties

Eén reactie op “Patchwork review – mijn favoriete spel”

  1. […] is mijn favoriete spel en het is toevallig voor twee spelers. Dus als je de site al een tijdje volgt wist je al dat het op […]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *