Frustraties komen in vele vormen in bordspellen. Soms word je gedwongen een slechte zet te doen door de regels. Soms komt het spel tot stilstand omdat het voor alle spelers beter is om niets te doen. Vaak is dit iets negatiefs, maar het kan absoluut een pluspunt zijn in de juiste situaties.
Frustraties zijn grappig
Soms is het alleen maar grappig als iets misgaat. De bijbehorende frustraties zijn dan iets waar je vijf seconden later met de hele tafel om moet lachen. Misschien vertel je het verhaal zelfs door aan anderen.
Denk aan het moment in Love Letter, waarin je de Prinses en de Prins op handen hebt, maar de tegenstanders die nog in het spel zitten hebben beiden een Kamermeisje gespeeld. Nu ben je gedwongen jezelf te elimineren. Of die keer dat een medespeler in Magic Maze een enkele stap naar links moet, maar de hint maar niet lijkt te snappen. Emoties borrelen op, maar ze eindigen altijd in gelach.
Deze momenten zijn geen toeval, ze zijn een intentioneel deel van het spel. Dat er een situatie is waarin je jezelf moet uitschakelen kwam op zijn minst naar boven in de playtests, en de makers kozen ervoor het erin te laten. Want het is grappig. Ze zorgen voor speelplezier en sociale interactie, door de spelers aan tafel elkaar aan te laten kijken en elkaar te wijzen op hoe stom het is.
In take that- en dexterityspellen zullen ze veel voorkomen, maar ook serieuzere spellen kunnen er een hand in hebben. Als je een plan hebt met vele stappen, maar je bent helemaal vergeten dat je voor stap drie net even een hout nodig hebt en daardoor op stap tien een hout tekort komt, dan baal je flink. Maar het is je eigen schuld. Nadat je bent bijgekomen kan je er de humor wel van inzien.
Frustraties dagen uit
Coöperatieve bordspellen hebben frustraties nodig om leuk te blijven. Anders zijn ze namelijk te gemakkelijk, en ben je er als groep snel op uitgekeken. Dus strooit het de nodige roet door het eten en steekt het stokjes voor dingen of door spaken. Zo blijven de spelers op hun teentjes.
Deze stokjes zijn niet altijd eerlijk, en dat moet het ook niet zijn. Zolang ze maar niet te hard overboord gaan. Ik kan me nog een moment op de basisschool, ruim twintig jaar geleden herinneren waarin we een Lord of the Rings spel aan het spelen waren. Ik weet niet meer (zeker) welke het was, maar wat ik me wel kan herinneren is dat we, na een hoop zwoegen en zuchten na uren het einde bereikt hadden. Nog een evenement trekken en dan hadden we Middel Aarde gered. Wat zei het evenement? ‘The Ring is Mine. You Lose.’
Aan de andere kant herinner ik me een potje Zombicide op Het Duivelsei, toen we berekenden dat we alle zombies naar een enkel vakje konden lokken en dan met een welgetimede en goedgemikte molotov in een keer alle ondoden uit konden wissen. Inclusief die nare abomination! Maar toen het moment daar was en we op het punt stonden ons plan uit te voeren kregen de zombies onverwacht een extra beurt. Ineens waren wij door ze omsingeld, en was er geen ontsnappen meer mogelijk.
Twee extreme voorbeelden, en in beide gevallen moest ik het onderspit delven. Maar ze zijn niet hetzelfde. Bij Lord of the Rings waren we boos, chagrijnig en er helemaal klaar mee. Bij Zombicide zagen we er de humor wel van in. Dit komt deels omdat we meerdere uren bezig waren met dat potje Lord of the Rings, en we eigenlijk niets fout hadden gedaan. Dat we zouden verliezen was eigenlijk vier uur geleden al bepaald, we wisten het alleen nog niet. Bij Zombicide, daarentegen, was het ons eigen, snode plan waarbij we vergaten rekening te houden met die ene situatie op precies het verkeerde moment.
Impasses impossible
De grootste frustraties liggen hem in patstellingen. Situaties waarin spelers niets willen doen, of waarbij de beste actie herhaald kan worden en niet leidt naar een einde. Dit zijn eigenlijk altijd missers.
Zelfs mijn favoriete bordspel, Patchwork, moet hieronder lijden. Als beide spelers optimaal willen spelen, dan zijn er wel eens situaties waarin de eerste zet het spel verliest. Dus passen jij en je tegenstander tot iemand breekt en besluit een lapje te kopen en de tegenstander de optimale zet te geven.
In schaken komt het ook frustrerend veel voor. Je dreigt mat, en door de verdediging van je tegenstander dreig je het weer ergens anders. Die wordt ook verdedigd, waardoor je eerdere zet weer mogelijk is. Dit gaat drie keer heen en weer, en eindigt dan in remise die voor niemand leuk is. Je kan misschien iets anders proberen, maar als je verder in een verliezende situatie zit voelt dat ook niet goed.
Zelfs spellen die dit proberen te voorkomen kijken er soms overheen. In Flamecraft moet je je pion verplaatsen en dan de actie van het bijbehorende gebouw uitvoeren. Daardoor kan je niet elke beurt hetzelfde doen. Maar er is een gebouw die je direct nog een beurt geeft. Omdat je pion nu niet op die plek staat mag het wel. In ons specifieke potje vormde er toevallig een puntenmachine die erg aantrekkelijk werd. Wat het erger maakte, is dat deze cyclus niet naar het einde van het spel leidde, waardoor het door bleef gaan tot iemand besloot het te breken en daarmee het potje verloor omdat die iets moest doen dat minder punten opleverde.
Voor- en nadelen
Frustraties kunnen vervelend zijn, maar soms brengen ze juist een glimlach op iedereens gezicht. Sommige spellen zouden niet eens echt werken zonder. Dus neem ik het goede met het slechte, en reageer ik mijn frustraties af op de pionnetjes op het bord. Meestal met een hoop plezier. Heb jij verhalen over frustraties die je graag met ons wil delen? Laat het dan vooral weten in de comments. Gedeelde smart is halve smart, zeggen ze altijd.
Geef een reactie