Als je dit leest op maandag, de dag dat dit artikel uitkomt, dan sta ik op het punt naar een preview-evenement voor Monster Hunter Wilds te reizen. Lees je dit later, dan ben ik uiteraard al geweest, al mag ik er waarschijnlijk nog niets over zeggen. Monster Hunter is een serie waar ik veel liefde voor heb. Maar niets is perfect. Daarom heb ik een lijstje met elementen die ik graag in de nieuwe game wil zien.
Meer monsters
Monster Hunter World was een grote sprong vooruit in veel aspecten. Het was de eerste game in de serie in tijden die uitkwam op consoles in plaats van handheld, en dat was te merken. Vooral dat je niet meer hoeft te laden tussen zones is een element dat ik niet meer kan missen. De stap terug naar Generations Ultimate toentertijd was daardoor een beetje moeilijk.
Maar het kwam wel met wat nadelen. Het voornaamste daarvan is het aanzienlijk kleinere aanbod aan monsters. Zeker omdat het vorige deel Generations was, de game waar bijna alles in zat. Het handjevol gevechten dat je aan kon gaan op de PlayStation voelde daardoor een beetje karig.
Vooral de hoeveelheid types monsters was flink verlaagd. Het gros van de wezens waarmee je aan de stok kon waren wyverns, met een uitzondering hier en daar. Ik heb niets tegen dit type, maar wat afwisseling was wel fijn geweest. In Rise ging dit al een stukje beter. Daar zaten onder andere ook weer arachnids en crustacians in.
Ik hoop dat de ontwikkelaars van World voortbouwen op de catalogus en erop uitbreiden voor Monster Hunter Wilds. Natuurlijk zullen er een aantal nieuwe monsters zijn. Dat hebben we al gezien en we mochten er zelfs al mee vechten in de open beta. Wat terugkerende favorieten zouden ook welkom zijn.

Afwisselende wapen-ontwerpen
In World kozen ze voor wat meer realistisch ogende wapens. Dat had op zich wel wat. Het gaf een serieuzer gevoel. Wapens in het iron-thema leken erg praktisch te zijn, waardoor ik me wel meer voelde als een ervaren jager. De bone-wapens, daarentegen, leken wat meer geïmproviseerd, alsof je het moest doen met wat je hebt. Maar zeker voor de uitbreiding waren dit wel zo’n beetje de twee ontwerpen waar je toegang toe had.
In eerdere games had je flamboyante ontwerpen waar de stijl vanaf spatte. Sommige wapens waren parels waar ik absoluut bereid was wat moeilijke uitdagingen voor aan te gaan. Stapsgewijs werden er ook wel wat geïntroduceerd in World, maar het was niet genoeg.
Ik wil niet dat de bone- en iron-wapens verdwijnen. Integendeel, ik ben er heel erg blij mee. Maar de wat meer uit de hand gelopen, gestoorde ontwerpen die het oog vangen van mijn medespelers, die mogen wel wat meer voorkomen. Zeker met de socialere hubs, want dan zie ik de coole gear van anderen en wil ik die ook snel vergaren.
Wat mij betreft mogen de uitbundige wapens best wat later in het spel zitten. Dat je aan het begin moet werken met het broodnodige, daar is helemaal niets mis mee. Daardoor voelt het alleen maar meer belonend als je dan eindelijk aan met wat mooie exemplaren aan de slag mag.

Betere tutorials
De Monster Hunter-games hebben een behoorlijk hoge instapdrempel. Dat komt voort uit het soort spel dat het wil zijn: eentje waar leren spelen deel is van het spel, zodat jij je echt voelt als een professionele monsterjager en deel van de wereld.
Dat gevoel moet nooit verdwijnen. Maar de tutorials mogen wel best wat opgekrikt worden. Want het duurt echt wel even voor nieuwe spelers door hebben hoe leuk de games eigenlijk zijn. En dat is zonde.
Ondertussen kan ik zelf uit de voeten met de meeste wapens, maar van de ’technicals’ bleef ik lange tijd weg. Die leken zo ingewikkeld, als ik het moest uitvogelen terwijl ik ook met een monster aan het vechten was vond ik dat echt te veel. Tijdens de beta van Monster Hunter Wilds dwong ik mezelf eindelijk de Charge Blade te spelen, wat toch flink leuk bleek.
Maar daarvoor moest ik online tutorials van Rurikhan kijken, in plaats van dat de game het aan mij uit kon leggen. In het verleden keek ik ook video’s van Gaijin Hunter en Arekkz Gaming. Dat zijn allemaal leuke gemeenschappen, en de betreffende kanalen stoppen een hoop tijd en moeite in de video tutorials. Capcom mag wat mij betreft best wat van deze YouTubers leren voor hun eigen tutorials.
Gemakkelijkere multiplayer
Omdat ik toentertijd Monster Hunter World reviewde op de PS4, maar mijn bois allemaal liever gamen op de pc, begon ik op een gegeven moment opnieuw om met ze te spelen. Toen liep ik wel tegen wat irritaties aan.
We konden namelijk niet gewoon samen het verhaal doorlopen. In plaats daarvan moesten we elk apart de missie starten tot het punt waar je teamgenoten mag uitnodigen. De eerste drie die daar waren verlieten dan de missie, waarna ze bij de vierde aan konden sluiten. Dat was een hoop extra gedoe, terwijl we gewoon samen op jacht wouden gaan.
Het hielp ook niet dat je cutscenes niet over kon slaan. “We hebben er hard aan gewerkt, en we willen daarom dat jullie ze kijken,” zeiden de ontwikkelaars in een interview. Dat snap ik, en in principe sla ik ze de eerste keer ook niet over. Maar omdat cross-saves nog niet konden, moest ik alles opnieuw spelen. Dat betekende dus ook alle cutscenes weer. Die zijn een tweede keer toch wat minder spannend.
Los daarvan vind ik toch wel dat het aan de speler is of die wel of niet naar een filmpje wil kijken. Zeker als we het hebben over Monster Hunter. Want laten we eerlijk wezen, deze games draaien niet om het verhaal. Dus als ik gewoon door wil met de jacht, houd me dan niet tegen. Zeker niet als ik drie ongeduldige vrienden heb die op me zitten te wachten. Ik hoop dat dit allemaal wat soepeler is in Monster Hunter Wilds.

Zin in
Ik heb het nu over verbeterpunten, dus misschien komt het een beetje negatief over. Laat ik daarom nog even verduidelijken: ik heb bijzonder veel zin in Monster Hunter Wilds. Over de open beta was ik dik tevreden, en ik kan me niet voorstellen dat dit veel gaat veranderen voor de volle game. Dus ik ga lekker jagen in februari!
Speel Monster Hunter Wilds vanaf 28 februari op PlayStation 5, Xbox Series X/S en PC.
Geef een reactie